Vier generaties sinds 1928.

Hoe alles begon.

Armand Felix
Armand Felix

De oprichting van Kallemoeie gaat met een eerste voorstelling terug tot 1928. Het marionettentheater werd opgericht door vijf leden van de Katholieke Vlaamse Burgerbond, met als initiatiefnemers o.a. de atheneumleerkrachten Armand Felix, Edmond Debrauwere en beeldhouwer Karel Demuynck veroverde Kallemoeie snel een belangrijke plaats in het volkse ontspanningsleven. De kunstige marionetten zijn creaties van o.a.  K. Demuynck, G. Vander Meersche, Pilaeys en Verleye.  

Of de naam gelinkt is aan het oude volksliedje “Kallemoeie lag oender de trap: ze gaafd heur kienetsje suuker én pap” of gewoon staat voor het West-Vlaams voor slunsepop, voddenpop, babbelaarster of klappei is niet meer na te trekken.

Smidje Smee.

belzebub
kwelduivel Belzebub

De eerste vertoning met “Smidje Smee” had plaats op kerstdag 1928 en was meteen een succesvolle vertoning. Kallemoeie speelde in Oostende voor volle zalen en trok vaak met de poppen door de provincie met haar jaarlijks vernieuwd programma. 

Op vraag van James Ensor werd er, in een zaal in de A. Buylstraat, voor een uitgelezen publiek uit de kunstwereld een voorstelling verzorgt. De meester bracht nadien openlijk hulde aan de spelers om hun kunstig spel en krachtige enscenering. Ensor was bijzonder getroffen door de kunstige poppen. Op 27 december 1931 was Kallemoeie al aan het 50ste optreden, met een première van Reynaert de Vos.

Don Quichotte
Don Quichot

In 1933 won “Kallemoeie I” het eerste landjuweel voor poppenspel met de voorstelling  “De wonderlijke  avonturen van jonker Don Quichot en zijn schildknaap Sancho Panza”. Karel De Muynck restaureerde dan al een aantal poppen waardoor de kartonnen lijven werden vervangen door houten marionetten. Paul Felix schilderde een aantal decors.

Tijdens de oorlogsjaren slaagde men er niet in het gezelschap bijeen te houden. De verplaatsingen werden bemoeilijkt door het feit dat Oostende in het spergebied lag. Kallemoeie raakt in vergetelheid. Een succesvol bestaan werd afgesloten toen het theater werd overgenomen onder een nieuwe naam “ Het Oostendsch Spelleke” en andere paden bewandelde.

Van onder het oorlogspuin.

In 1954 slaagden Jerome Hostyn en Gerard Vermeylen  erin Kallemoeie een nieuw leven in te blazen. Uit de kelders van de Kerlinga (Wapenplein), werd tussen het oorlogspuin een maximum van marionetten, houten koppen en rekwisieten gerecupereerd.  De verhuis gebeurde met “stootkarren” naar het Cenakel (Karel Van de Woestijnestraat). Tot dan werden de poppen bewogen met een ijzeren stang die in de kop verankerd zat en enkele draden voor de ledematen. Minutieus werden nieuwe ledematen aangemaakt en met het speelkruis verbonden. Specialist Jerome Hostyn die op het gebied van poppenspel een woordje kan meepraten, daar hij vroeger speler was bij het poppenspel “Wonderland”, gaf de poppen een nieuwe achtvoudige nylonbedrading volgens het “Augsburger-systeem” voor marionetten. En zo werden de Oostendse stangpoppen marionetten… Na slechts een tiental repetities woonden 450 toeschouwers in zaal Cenakel  de wederopstanding van Kallemoeie bij. “Kallemoeie II” was geboren. De spelers waren leden en leiding van de plaatselijke Chirogroep. De decordoeken waren onder meer van de hand van keramist Paul Vermeire. Met de klassiekers Smidje Smee, Sneeuwwitje, Hans en Grietje en  Scharmanteka  werden meerdere voorstellingen georganiseerd o.a. in de zalen Cenakel, de Volksbond, bij de Grijze Nonnen en in de Kinkhoorn. De hergeboorte was van korte duur, want vijf jaar later zette het theater opnieuw alle activiteiten stop.

1972 : Een nieuwe start.

sultan

In 1972 waren het opnieuw Jerome Hostyn en Gerard Vermeylen  die achter de nieuwe aanpak stonden.  Voor een volle toneelzaal in het Cenakel glansde: “Smidje Smee” en lieten de spelers de poppen dansen bij deze nieuwe start, we spreken nu van “Kallemoeie III”. Vanaf 1973 werden een reeks voorstellingen gegeven met een eigen bewerking van graag geziene sprookjes als Assepoester, Hans en Grietje, Scharmanteka en Aladin en de wonderlamp.

Tijdens het eerste internationaal poppenfestival, in het toenmalige feestpaleis op het Wapenplein, genoten honderden toeristen en Oostendenaars gedurende drie opeenvolgende dagen van een non-stop programmatie om en rond het poppentheater. Met optredens van Theater Taptoe, Theater Paljas, Poppentheater Schokkeljoen, het fijne marionettenspel van Stefaan Ponette, Theater Kiekeboe en natuurlijk Kallemoeie zelf bezorgde dit initiatief veel amusement aan de talrijke toeschouwers. 

Als oudste rondreizend  poppentheater van West-Vlaanderen werkte Kallemoeie voortdurend aan de verbetering van haar programma en uitrusting. Deze ploeg van 12 mensen zorgde voor een ware opleving en hoogconjunctuur in de jaren ’70 toen overal in Vlaanderen werd opgetreden. Kallemoeie III bereikte in deze periode tot 15000 toeschouwers. In hun programmatie werd afgestapt van oersprookjes als Assepoester en Hans en Grietje… Ze bleven in de sprookjeswereld maar probeerden het geweld bij de kinderen niet te stimuleren door talloze vechtpartijen tussen de poppen weg te laten. Het werden moderne, eigentijdse sprookjes waar tot 15 verschillende figuren in optraden.

groepsfoto 1976

Voorstellingen waren er in de ruime regio maar ook buiten de provincie in Leuven, Eeklo … tot in Belle(Bailleul, Frans-Vlaanderen), waar men het publiek een samenvatting van het gebeuren had gegeven en ondanks het taalverschil was er een groot enthousiasme. Kallemoeie speelde in 1978 tijdens de Paulusfeesten voor het eerst in open lucht. In deze periode, begin de jaren tachtig, waren er meerdere optredens voor verschillende organisaties uit de ruime regio. Na de nieuwe creaties als “Het wenstapijt”, “Robin Hood”, “Meester Slim Tovenaar”en “De Schat van Karbonkel” werd tien jaar Kallemoeie III gevierd in 1982 met de voorstelling van “Robin Hood”.

Het laatste optreden van Kallemoeie III dateert van 20 december 1986. Ondanks een zeer sterke vriendengroep was er een moeheid onder de spelers. Het werd moeilijk vernieuwing in het repertoire te brengen. Kallemoeie was op zoek naar een vierde adem en verdween…. in de catacomben van het Westerkwartier ….de kelders van de H.Hartkerk.

2005: Kallemoeie IV.

Na lang onderhandelen heeft Jan Hostyn in 2005 het theater grotendeels kunnen recupereren. Samen met zijn broer Walter, beiden oud-spelers van kallemoeie III, organiseerden ze de heropstart. Dit met de effectieve steun van oud-leden van Kallemoeie III, Pierre Van Belle, André Libin, Marc Felix  en Jef Hostyn en met de medewerking van Luc Hostyn, Annie Laforce, Piet Castelein en Luc Vermeesch werden alle marionetten, rekwisieten, decors en theater opgeladen in een lichte vrachtwagen met bestemming een voorlopige opslagruimte. Het vinden van een repetitieruimte was nu een dringende noodzaak. Na een lange en moeilijke zoektocht voor een nieuwe locatie werd uiteindelijk een onderkomen gevonden voor in het OLV-College in de Kaaistraat. Kallemoeie was terug in het centrum van de stad Oostende met een repetitieruimte hoog boven de daken van het oude centrum en visserskwartier. Een boeiende wijk vol verhalen en geschiedenis die ooit wel eens in een of ander theaterstuk zullen van pas komen… Een eerste try-out was er op 9 december 2006 met meteen de voorstelling van drie producties  “De terugkeer van Kallemoeie”,” Het Toverbos” en “De Pierewaaiers” waarin de oud-spelers van Kallemoeie III de draden officieel doorgaven aan de nieuwe ploeg van Kallemoeie IV.  Samen met o.m. José Géal  (theater Toone Brussel) volgden een 100-tal gasten geboeid de voorstellingen op de Kallemoeiezolder. In de plaatselijke pers kwam de groep ruim aan bod . Kallemoeie IV had voortaan 2 doelgroepen, enerzijds voor kinderen  anderzijds voor een volwassen publiek. “Kallemoeie IV” kon starten met als eerste opdracht het inoefenen van de speeltechniek…

Kallemoeie Jong.

kallemoeie 2006
kallemoeie 2006

Na de zomer 2007  bleef de ploeg “Kallemoeie jong” niet bij de pakken zitten. Ze namen de draad op voor eigen creatie “Het duistere donkerebomenbos” een boeiend verhaal voor kinderen. Het spelen met klank- en lichteffecten en eerste stappen naar figurentheater met schaduwspel en acteurs in en rond het theater gaf alles een nieuwe dimensie. Optredens waren er in het OLV-college Vuurtoren, voor de zeescouts en vele genodigden op de Kallemoeiezolder.

Vernieuwende scenario’s.

Tijdens  verschillende voorstellingen in het theater, op het strand tijdens Fin d’saison ofwel in het Griezelfort van Napoleon kende Kallemoeie Jong veel succes! De voorstellingen, Het Duistere donkere bomenbos, Professor Kannix, Goudlokje, Tingeling op het strand en De diepste geheimen van de zee zijn een aantal creaties van de jongerengroep “Kallemoeie Jong” . 

Tijdens 2013-2014 organiseerde Kallemoeie  in De Grote Post, met veel succes “Poppen aan Zee”, een tiental voorstellingen van figuren- en marionettentheaters voor kinderen met telkens tussen de 100 en 200 kinderen. De kerstperiode was een uitgelezen moment om van op de Vistrap  met Kallemoeie  korte optredens te verzorgen. Bij een warm glas Glüwein in een gezellige kerstsfeer werd het jaar afgesloten. 

De andere groep zocht de inspiratie tijdens confrontatie en gesprekken met gasten als Freek Neyrinck (Europees Figurentheater, Theater Taptoe Gent) en Joris Jozef (Ultima Thule) en werkte verder aan een eigen scenario van “Pette Petrol  kapitein van de zee” 

Kallemoeie IV startte tijdens de periode met voorstellingen zonder het theater, enkel een zwart of gekleurd decordoek waar achter de spelers staan opgesteld en een beperkte belichting.. 

Het script van Michel De Ghelderode  “Van de Dood die bijna stierf”,  werd aangepast en meerdere keren gespeeld met telkens lof voor de mooie decors en enscenering.  De Molfiet van de derde bassin  een eigen verhaal die zich tijdens de jaren 50 afspeelt en werd in verschillende versies gebracht. De typisch Oostendse uitdrukkingen en dialect  werden voor elke voorstelling toegelicht en gaven er een leuke toets aan ( bv Molfiet, brengt ongeluk) …

Kallemoeie waagde zich eveneens aan bedrijfsincentives met voorstellingen bij de firma Claeys Verhelst (Facq) Oudenburg(De Gare) en bij Eandis (Fluvius) Brugge-Middenkust(Het leven zoals het is) een nieuwe uitdaging waar de script werd geschreven en ingesproken door medewerkers van de bedrijven terwijl de spelers van Kallemoeie de marionetten manipuleerden. Tijdens de zomer van 2015 nam Kallemoeie met een wagenspel met de marionetten deel aan de St Arnoldusevocatie in Oudenburg.

De Kallemoeiekelder, een nieuwe locatie als Trefcentrum van de vzw Marionettentheater Kallemoeie.

Op vrijdag 10 november 2017 werd het Trefcentrum officieel geopend. Het marionettentheater Kallemoeie in een nieuw en betere maar vooral een toegankelijke locatie. Kallemoeie blijft in het visserskwartier, in de gebouwen van het OLV-college maar verhuisde van de zolder naar de kelder. . De nieuwe Kallemoeiekelder met ingang in de St.Franciscusstraat 37 met een betere toegankelijkheid en bereikbaarheid. In dit Trefcentrum van het Marionettentheater Kallemoeie is er de repetitie & theaterruimte maar wordt dit eveneens een ontmoetingsplaats, een trefcentrum voor geïnteresseerden in het figurentheater. 

Kopaozje 2018
Kopoazje 2018

Kallemoeie stelden haar deuren open voor tijdens het schoolfeest van OLKO Kaaistraat, tijdens de Cultuurmarkt, Erfgoeddag, Pauluskleintje en de Paulusfeesten. Ook voor sociale organisaties en het buurthuis was het voor veel bezoekers aan de Kallemoeiekelder een verrassende kennismaking met dit Oostends Erfgoed. Het opstarten van “Dè Gazette van Kallemoeie” met nieuwtjes van en over ons theater, gaf een extra band met de ‘vrienden van Kallemoeie’. Het jaar 2018 werd afgesloten met de voorstelling dr. Faust, met extra voorstellingen in het voorjaar 2019.

Voor het najaar van 2019 stond Don Quichot geprogrammeerd. Met een vernieuwd script gefocust op Oostendse toestanden wist Kallemoeie opnieuw voor een uitverkochte Kallemoeiekelder deze voorstellingen te brengen. Een reeks voorstellingen stonden gepland voor het voorjaar 2020 doch dit mocht net meer zijn… de Covidpandemie sloeg toe.

Half maart 2020 sloeg de Covid-pandemie toe. Alle voorstellingen, repetities of activiteiten van ons geliefd marionettentheater werden stopgezet. Technisch werd de Kallemoeiekelder in orde gesteld, maar alle andere activiteiten waren verboden. Contact met de vrienden van Kallemoeie of de pétje of métje Laps waren er enkel via “De Gazette van Kallemoeie”. Na meer dan één jaar stilte wordt alles opnieuw opgestart na de zomer van 2021.

Behoud, beheer en ontsluiting van het Kallemoeiepatrimonium.

Het project “Behoud, beheer  en ontsluiting van het patrimonium van het marionettentheater Kallemoeie” werd in samenwerking met Kusterfgoed opgestart in 2016 en in het voorjaar 2020 afgerond. Bij aanvang werd een  inventaris opgesteld waarin de toestand van de marionetten, decors en rekwisieten in detail werd geregistreerd.  De collectie werd gefotografeerd en opgenomen in de beeldbank van Kusterfgoed. De inventaris  werd door professionele restaurateurs gecontroleerd  en verder uitgebreid met een conditierapport van de bijna 100-jarige marionetten. Opzet van de detailinventaris was om de verschillende types van schade aan te duiden zoals constructieve schade, aantasting door houtworm, conditie van het  textiel en de polychromie enz…  De  schade en de dringendheid van behandeling werden meteen aangeduid. .Het is de bedoeling om aan de hand van deze beschrijving stappen te ondernemen naar behoud en onderhoud toe.

anoxiebehandeling

In samenwerking met FARO, het Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed, werd in het najaar 2019  een anoxiebehandeling toegepast op een aantal marionetten van de collectie. Professionele begeleiding met aandacht voor de conservatie van de  marionetten en decorstukken gaf extra ondersteuning aan dit initiatief. Dankzij medewerking van de Kallemoeieleden maar zeker ook van de vrijwilligers van Kusterfgoed was het mogelijk om dit project  te  realiseren.  In het trefcentrum, of de Kallemoeiekelder werd in de bibliotheek het volledig archief opgeborgen, aangevuld met een ruim aanbod van literatuur  omtrent figurentheater en Ostendiana. Kallemoeie is lid van Opendoek, UNIMA,  de Nederlands Unie voor Poppenspel (NVP), de West Vlaamse Unie voor Poppenspelers (WUP) en Interbellum. De tijdschriften van deze verenigingen liggen eveneens ter inzage in de bibliotheek.

Toekomst.

Als creatieve speler binnen de Oostendse podiumkunsten willen we met het project “Behoud en beheer van het Kallemoeiepatrimonium” ook een aanzet geven om onze kennis in dat rijke verleden nog verder uit te diepen, en om de traditie in ere te houden. Want om onze poppen in leven te houden, zijn er handen nodig die aan de touwtjes trekken.

Poppen door de eeuwen heen.

Het poppenspel is erg oud. We vinden het al terug bij de Egyptenaren, de Oude Grieken en de Romeinen. Maar ook in India, China en Indonesië vinden archeologen zeer oude poppen. Waarschijnlijk ontstaat het poppenspel op verschillende plaatsten tegelijk en zorgen ontmoetingen tussen culturen voor een wederzijdse beïnvloeding.

Het poppenspel groeit uit religie en magie. Tijdens religieuze rituelen verstoppen mensen zich eerst achter maskers. Zo verbeelden ze goden, natuurkrachten of geesten. Al snel nemen poppen deze rollen over. lees verder…